Zojuist heb ik met Marjolijn een oefening gedaan die helpt om te visualiseren wat ze wil bereiken en dit te vertalen naar concrete enhaalbare acties. Zij is opgelucht en blij: “Ik weet nu wat mij te doen staat”. Ze pakt haar pen om de voorgenomen acties te noteren. En dan zie ik ineens haargezicht betrekken en de pen blijft roerloos in haar hand.
“Wat gebeurt er nu?”, vraag ik. Ze geeft aan dat de twijfel weertoeslaat. Een stemmetje in haar zegt dingen als:
Leuk zo’n oefening, maar depraktijk is weerbastiger!
Hou jezelf niet voor de gek,dit gaat je helemaal niet lukken!
Typische woorden van de innerlijke criticus. Velen, ook ikzelf, kennen deze lastpost maar al te goed. Het is een bron van zelftwijfel, die behoorlijk verlammend kan werken.
Irritant monstertje
Het is te simpel om deze stoorzender weg te zetten als ‘dat irritante monstertje waar je vanaf wilt’. Dan doen we dit beestje geen recht. Het is namelijk niet voor niets in ons leven gekomen. Ooit had het een positieve functie. In Marjolijns leven heeft de innerlijke criticus haar voor allerlei fouten behoedt, want ze denkt twee keer na voor ze iets doet. “Ik denk dat ‘ie me probeert te behoeden voor teleurstellingen.”
“Dankjewel, maar nu even niet…..”
Ik vraag Marjolijn een plek in de ruimte te kiezen waar ze haar innerlijke criticus wil neerzetten. “Bedankt voor wat je al die tijd voor mij gedaan hebt, maar nu heb ik je even niet nodig. Ga jij maar even stil op die stoel daar zitten, terwijl ik hier verder werk!”
Nu de interne criticus zijn plaats is gewezen, kan ze weer met positieve energie naar haar plan kijken. Ze schrijft op wat ze de komende week gaat doen. En als tijdens de uitvoering die innerlijke criticus weer op haar schouder springt, weet ze nu hoe ze die de mond kan snoeren.